Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom

Bord met zicht op Temse

Porseleinschilderes

Lydia
Van Haver

Lydia Van Haver

“ ‘k Heb menig menig uur bij u
gesleten en genoten,
en nooit en heeft een uur met u
me een enklen stond verdroten.”

Een stukje poëzie van Guido Gezelle dat je vaak terug vindt op een porseleinen bord dat het gemeentebestuur aanbood ter gelegenheid van een gouden jubilee. Op het bord stond de tekst met gouden letters in mooie kalligrafie. Ook de namen van het gouden echtpaar en de milde schenker, de trouwdatum en de ringen ontbraken er niet op. Vaak was ook de Zeelse kerktoren of het gemeentehuis present. Dat bord kreeg dan meestal een ereplaatsje op de schouw of stond te pronken op de kast.
Die bordencultuur kende ik niet voor ik in 1976 in Zele kwam wonen. En het verbaasde me hoeveel mensen zulke borden hadden. Geboortes, huwelijken, lustra, kampioenenvieringen en andere heuglijke gebeurtenissen. Alles werd in ons eigenste Zele blijkbaar vereeuwigd op porselein. En die borden waren van Zeelse makelij. Lydia Van Haver, beter gekend als madam Van Roste, heeft tientallen jaren lang niets anders gedaan dan borden beschilderd. ‘Porseleinschilderes’ stond er op haar paspoort. Zo iemand mocht in mijn reeks van ‘Mensen van bij Ons’ toch niet ontbreken, vond ik. Lydia had eerst geen zin in een interview. Dat is voorbij, ik ben te oud daarvoor, antwoordde ze op mijn vraag maar nadat ze mijn andere Mensen gelezen had, veranderde ze van mening. Op een zaterdagmorgen deed ze haar verhaal…

    Jeugd
Geboortekaartje Lydia Van Haver  


Lydia is een rasechte Zelenas. Dit jaar mag ze tachtig kaarsjes uitblazen want ze zette de eerste keer haar keel open op 2 juli 1931. Ze is de dochter van Maurits Van Haver en Céleste Michiels. Haar vader was eerst onderwijzer en later directeur van de gemeentelijke jongensschool en ook de nijverheidsschool. Haar hele jeugd heeft ze in het schoolhuis in de Bookmolenstraat gewoond. Ze herinnert zich nog heel goed hoe ze iedere avond de weefgetouwen hoorde in de avondschool, de weefschool in de volksmond, waar jonge Zeelse wevers een extra beroepsopleiding kregen. Lydia heeft geen broers of zussen. Haar ouders hadden het liever anders gewild maar in het interbellum stond de geneeskunde op dat vlak nog in de kinderschoenen.

Maurits Van Haver   In de woonkamer van Lydia hangt een mooi portret van haar vader als jonge man. In de lijst prijkt er ook een ereteken met een tricolore lintje. Ja, zegt Lydia, die medaille heeft hij gekregen voor 50 jaar onderwijs. Mijn vader is zijn carrière gestart op zijn twintigste en pas als hij zeventig was met pensioen gegaan. Van gedrevenheid gesproken.
Dat haar vader een boontje had voor haar, dat is duidelijk. Hij heeft Lydia altijd gestimuleerd en begeleid in het leren tekenen en schilderen. Ik weet nog goed dat mijn vader een luciferdoosje nam, vertelt Lydia. Hij zei dat als je daar door keek, dan zag je een schilderijtje. Tekenen is in de eerste plaats kijken. Maar Lydia was zeker een tekentalent. Na de gemeenteschool volgde ze twee jaar les op de Kouter om daarna haar middelbaar af te maken in Sint-Bavo in Gent. Vader had haar laten inschrijven voor de kunsthumaniora maar omdat er te weinig kandidaten waren werd deze afgeschaft en volgde ze de humaniora. Op haar achttiende is ze thuis gebleven.
  Lydia als klein meisje met haar grote pop en moeder Celeste Michiels en vader Maurits Van Haver
Het gezin Van Haver  

Lydia aan de piano

Paul Van Roste en Lydia Van Haver tijdens hun verlovingstijd   Huwelijk
 

Ze hielp in het huishouden en hield zich bezig met zijdeschilderen. In 1952 is ze getrouwd met Paul Van Roste, de man van haar leven. Da’s een mooie anekdote, vertelt Lydia. De vader van Paul was gemeentesecretaris in Waasmunster en was een goede vriend van mijn vader. Even voor Lydia geboren was, kwam vader Van Roste op bezoek en grapte: als het een meisje is, is ze voor onze Paul. Die voorspelling is later ook waarheid geworden. Paul had één broer en ze waren wees toen Paul zeven jaar was. Toch is er altijd een zeker contact geweest.
Paul was een schone vent, straalt Lydia. Hij was onderwijzer van opleiding maar heeft nooit voor de klas gestaan. Toen we trouwden, was hij beroepsmilitair omdat hij bijgetekend had na zijn legerdienst. Hij haalde de graad van luitenant. Later is hij overgestapt naar de Sarma en heeft hij daar carrière gemaakt. Paul was heel technisch aangelegd, gaat Lydia verder, eerst was hij bediende en later operation manager. Eerst was dat in Wijnegem maar daarna kreeg hij promotie en moest hij hetzelfde werk voor Sarma voor heel België coördineren. Die job lag hem wel maar alleen aan de vele verplaatsingen had hij een grondige hekel. Op zijn zesenvijftigste kreeg hij een gouden handdruk en mocht hij op prepensioen gaan. Schilder jij maar zei hij tegen zijn Lydia, ik zal wel koken. En koken kon hij als de beste, voegt Lydia er aan toe.

Op vijf jaar tijd werd het gezin Van Roste gezegend met vier kinderen: Maurits (1953), André (1954), Anne (1956) en Jan (1957). Dat was niet zo wijs, bekent Lydia zoveel jaren later, vier kinderen op zo’n korte tijd, dat is niet gezond voor het lichaam. Maar kom, voegt ze er aan toe, Paul en ik wilden allebei een groot gezin. Ik was kind alleen en hij had slechts één broer. We waren in de zevende hemel met onze vier spruiten, lacht ze.

 

 

Op de foto hiernaast zie je het gezin Van Roste eind jaren zestig.
van links naar rechts: André, Jan, Anne, Maurits, grootvader Maurits Van Haver,
Paul Van Roste en Lydia Van Haver

 

Het gezin Van Roste Andre Jan Anne Maurits Grootvader Maurits Van Haver vader Paul en Lydia

Lydia aan het werk als porseleinschilderes   Porseleinschilderes
 

Schilderen is altijd mijn passie geweest en dat ik porseleinschilderes geworden ben, is gewoon door toeval Mijn vader, zegt Lydia, had een grote collectie porselein: Vieux Bruxelles en Louis Philippe. Doorheen de jaren waren de goudrandjes versleten en op een dag kwam de vader van Lydia thuis met kleuren om op porselein te schilderen en ook een potje goud. Op porselein schilderen lukt enkel als je nadien het porselein bakt in een oven van 800°. Haar man Paul liet bij een smid een oven lassen, legde er isolatie en elektriciteit in en toen die klaar was, beschilderde ze haar eerste bord. Het was onmiddellijk prijs, het proefbord was wonderwel goed gelukt want de verf blonk. De kleuren waren in de glazuur ingedrongen, het bord was opgeglazuurd.

Lydia maakte geboortebordjes voor haar vier kinderen en via een tante kwam ze in contact met een winkel uit Lokeren die met de regelmaat van de klok borden voor verschillende gelegenheden bestelde. Op een dag kwam de vrouw van Frans Bracke bij haar met de vraag of ze een aantal bordjes kon namaken van haar servies. En dan komt het jaar 1957. Ons nieuw gemeentehuis wordt plechtig ingehuldigd en Frans Bracke, die toen schepen was, vroeg haar om zeventien grote borden te maken als geschenk voor de opening. Bij de inhuldiging waren heel wat burgemeesters uit de streek en die zagen die mooie borden van Lydia. En de trein was vertrokken…

Vrij snel kreeg ze vragen uit tal van gemeenten uit de streek om borden voor jubilees, huldigingen, lustra en dergelijke te maken. De gemeenten Waasmunster, Sinaai, Sint-Niklaas, Hamme, Zomergem, Sint-Gillis-Waas, Temse, Lokeren en natuurlijk ook Zele werden haar vaste klanten. En de mond-aan-mondreclame deed de rest. Tal van verenigingen in Zele maar ook daarbuiten vonden de weg naar de Aloïs De Beulelaan. Ze heeft borden geschilderd voor alle kleuren: socialisten, liberalen, katholieken…

Na verloop van tijd was dat niet meer enkele borden schilderen maar werd dat een fulltime bezigheid, vertelt Lydia. In het begin betaalde ik mijn belastingen via takszegels tot ik op een dag controle kreeg en ze me voor de keuze stelden: ofwel een eigen zaak oprichten ofwel stoppen. Ik heb voor het eerste gekozen, zegt Lydia.
 

We hebben toen een huishoudster in dienst genomen die instond voor de was en de plas en ik schilderde van ’s morgens tot ’s avonds. Ik denk, zegt ze, dat ik in heel mijn carrière wel 20 000 borden beschilderd heb. Soms ’s zondags, soms halve nachten heb ik doorgewerkt om bepaalde bestellingen op tijd klaar te krijgen. Af en toe gebeurde het dat men vergeten was om de borden te bestellen, herinnert Lydia zich. Op hun kousenvoeten kwamen ze dan af of het niet mogelijk was de borden toch nog te maken. Dat werd dan vaak nachtwerk en het is enkele keren gebeurd dat we de borden uit de oven namen, in badhanddoeken wikkelden en dan onmiddellijk ter plaatse voerden. In Lokeren leverde ze op een dag haar borden bij de stadssecretaris en de burgemeester kwam binnen. Dag burgemeester, zei de secretaris, dit is nu de ‘madam van de talloren’.

bord   bord   bord   bord   bord
Bij de borden had je verschillende mogelijkheden. Sommige waren volledig handbeschilderd en, zegt Lydia, daar was ook het meeste werk aan. De mooiste borden maakte ik voor de gemeente Temse, dat was altijd handwerk. Als ik het zicht op Temse (met de kerk en het gemeentehuis) moest schilderen, dan moest ik gas geven om drie borden op een dag klaar te krijgen. Zo’n bord kostte in die tijd 3000 frank (€ 75). Voor andere borden was het meer seriewerk. Het gemeentehuis of de kerk was voorgedrukt op het bord en dus moest ik niet meer schetsen en dat duurde dan ook minder lang om zo’n bord af te werken.  

De werkwijze was altijd hetzelfde. Eerst maakte ze een schets. De Zeelse kerktoren op het bord zetten was op de duur een automatisme, zegt Lydia. Daarna moest ik mijn schets inkleuren en kon het bord de oven in. In haar oven was er plaats voor acht grote en 10 kleine borden. Eens die afgekoeld waren kon ik met het penseel de letters erop aanbrengen met goud of zilver. De zilveren letters kregen daarna ook nog een laagje vernis want anders zouden ze zwart worden door de oxidatie. Vooral het werken met goud en zilver was heel ongezond, zegt Lydia, op sommige dagen had ik een gezwollen gezicht, gewoon van de dampen.

Tentoonstelling in het Zeels Museum met borden van Lydia   Pensioen
 

Van einde van de jaren vijftig tot eind 1993 heeft Lydia borden beschilderd en opgeglazuurd. Op haar 62ste heeft ze er een punt achtergezet. Steve Michiels, een verre neef, heeft toen haar zaak overgenomen. Ze vond het toen welletjes geweest. Er waren jaren dat ze geen dag congé genomen heeft, zo druk was het. Ze heeft het altijd graag gedaan maar op het laatste begon het echt te wegen.
Lydia is nu zestien jaar met pensioen. Dat begon in mineur want op 1 maart 1994 overleed haar man en twee jaar later stierf haar zoon Jan aan een hartstilstand. Ze had zich haar pensioen enigszins anders voorgesteld. Gelukkig had Lydia een vijftal vriendinnen die elkaar regelmatig zagen en elkaar vonden in hun liefde voor kunst en muziek.
Maar bovenal zijn er haar kinderen en haar vijf kleinkinderen. Haar oudste zoon deelt met haar het grote huis aan de Aloïs De Beulelaan. De rest van de familie komt minstens één keer per week langs voor een babbeltje. Met Nieuwjaar kreeg ze van haar kroost een nieuwe muziekinstallatie cadeau. Een geschenk waar ze in de zevende hemel mee was want klassieke muziek vult haar dagen als ze geen tv kijkt. De laatste jaren sukkelt Lydia met haar heup en is stappen moeilijker geworden. Het gevolg hiervan is dat ze nog nauwelijks de deur uit gaat. Toch blijft ze ondanks het feit dat ze minder mobiel is content. Over haar leven is ze heel tevreden. Ik heb erg lieve ouders gehad, een goed huwelijk en van mijn kinderen krijg ik veel liefde en aandacht. Wat kan een mens nog meer wensen?

Met deze laatste vraag eindigt onze babbel. Het is even voor twaalven. Op een muurtje in haar woonkamer staan een reeks borden, souvenirs van een porseleinschilderes. Ik leg er een paar op de gevoelige plaat en neem afscheid van Lydia. Bedankt voor het mooie verhaal, Lydia !

Mark
20.01.2011

Afdrukken

Porseleinschilderes - Lydia Van Haver

Thuiskomen

 

 

Krijg je graag een e-mail als de volgende 'Mensen van bij ons' verschijnt?
Ga naar 'Contact', vul je naam en e-mailadres in en gewoon klikken op 'Verzenden'.

Reacties en suggesties zijn altijd welkom !

© Mark De Block